Het Vlaamse volkslied, betekent dat nog iets? Wie kan dat nog nazingen?
Tijdens de ‘Dag van de Dans’ zetten we onze klauwen in ‘De Vlaamse Leeuw’. Wannes Cappelle schrijft een nieuwe tekst op maat van de huidige multiculturele samenleving en op maat van een nieuwe compositie die Collectief Pascal Gomez (Sam Serruys, Bart Uyttersport en Jeff Claeys) meerstemmig zullen laten klinken.
Choreografen Darryl E. Woods en Lisi Estaras leren het volk opnieuw dansen. Met een diverse en intergenerationele groep dansers, zowel professionelen als liefhebbers, creëren ze de eerste officiële volksdans op het Vlaamse Volkslied.

We zijn benieuwd naar hoe zij zelf hun identiteit omschrijven. Daarom leggen we hen een lastige vraag voor: waar identificeer je je het meest mee en waarom? We haalden de mosterd bij Max Frisch die het boek ‘Lastige vragen‘ samenstelde.
Wannes Cappelle
Waar identificeer jij je het meest mee?
“Ik identificeer me het meest met mijn werk als singer-songwriter, geloof ik. Ik kan in eender welk huis, dorp of stad wonen maar ontneem mij het zingen en schrijven en ik verlies de grond onder mijn voeten. Omdat ik in een Vlaams dialect zing, is mijn werk wel onlosmakelijk verbonden aan een taalgebied: Vlaanderen en Nederland. Je mag dus voorzichtig stellen dat ik me het meest identificeer met een taalgebied.”
Darryl Woods
Darryl Woods (Nashville, Tennessee, 1959) belandde na een succesvolle carrière in de VS in Europa. Tijdens een repetitie van Alain Platels creatie Iets op Bach, onmoette hij Sidi Larbi Cherkaoui. Daaruit vloeiden tal van samenwerkingen voort. In 2015 zette hij samen met Serge Aimé Coulibaly zijn schouders onder GLOED, een dansvoorstelling voor vijftigplussers.
Waar identificeer jij je het meest mee?
“Omdat ik een Amerikaan ben met een Belgische nationaliteit en getrouwd ben met een Fransman, moet ik eigenlijk antwoorden: een werelddeel. Maar welk, dat is de vraag …”
Lisi Estaras
Lisi Estaras studeerde dans in Cordoba (Argentinië) en in Jeruzalem aan de Rubin Academy of Music and Dance. Daarna danste ze bij het Ensemble Batsheva in Tel Aviv. Sedert 2007 werkt ze bij les ballets C de la B. Door de jaren heen is ze ook eigen werk beginnen maken. Met partner in crime Sara Vanderieck maakte ze bijvoorbeeld ‘Monkey Mind’ en ‘When I look at a strawberry, I think of a tongue’.
Waar identificeer jij je het meest mee?
“Als we dezelfde taal spreken of uit dezelfde streek komen, voelen we een zekere affiniteit met elkaar. We begrijpen de sociale codes, communiceren gaat makkelijker, zonder woorden soms. Ook gemeenschappelijke interesses brengen mensen samen. Maar uiteindelijk zijn we een mix van verschillende identiteiten. Altijd en overal aarden we wel op een manier, zo vastomlijnd zijn we niet.”