Het idee om ‘iets met een duikboot’ te doen lag al een tijdje op tafel bij regisseur Koen Boesman (TG Vagevuur) en componist Peter Spaepen (Brussels Experimental). Oorspronkelijk was het de Russische duikboot Koersk die hun fantasie prikkelde. Maar toen de geruchten de ronde deden dat er een film over gemaakt zou worden, borgen ze het plan op. Tot er op 19 september 2017 dit nieuwsbericht binnenrolde:
Unieke duikboot uit WO I voor onze kust aangetroffen, 23 lichamen nog aan boord.
“Alsof het een goddelijk teken was”, vertelt Koen Boesman. “We moésten die voorstelling maken.”
Ik mag beide heren even uit hun concentratie halen tijdens hun residentie in De Grote Post. Ze maken gebruik van een zelfgekozen afzondering om de vele puzzelstukjes die de voorstelling UB-29 zal vormen, samen te leggen.
Een aantal weken eerder, tijdens TAZ, waren ze hier ook, in het goede gezelschap van dertien (theater)schrijvers, dichters en andere woordkunstenaars. Maarten Inghels, Sien Volders, Stijn Devillé, Freek Mariën, Anna Carlier, Carmien Michels, Ephameron, Peter Holvoet-Hanssen, Dominique Collet, Marie Borremans, Hilde Van Malderen, Hanne Desmet en Lotte Lola Vermeer kropen in de huid van de bemanningsleden van de UB-29. De verhalen die daaruit voortvloeiden, vormen het materiaal voor ‘een nieuwe constructie voor stem, staal en stilte.’ Het beginpunt is meteen ook het eindpunt want op 30.11 gaat de voorstelling hier in première.
Vanwaar jullie fascinatie voor duikboten?
Peter: “Die fascinatie is eigenlijk dubbel. Enerzijds zijn we geboeid door de technische kant ervan en de avontuurlijke verhalen. Anderzijds spelen we in veel van onze projecten met het thema van de held die een tragisch lot ondergaat. Die combinatie van een jongensachtige fantasie en de pure harde realiteit komen samen in het verhaal van de UB-29. Het gaat over jonge gasten die geronseld werden met affiches die een heldhaftig leven beloofden.”
Koen: “Het is het contrast tussen die belofte en de realiteit dat zo tot de verbeelding spreekt. Ze gingen aan boord met de gedachte dat ze helden zouden worden. Een droom die uiteen spat op de zeebodem. Wat ons ook erg fascineerde was het feit dat alle luiken nog dicht waren. De bemanning zit nog steeds in dat wrak. En dat op nog geen 20 km van hier. Daarom is het zo bijzonder dat we de voorstelling hier in Oostende kunnen maken.”
Alles begint dus in Oostende. De teksten, geschreven tijdens de live schrijfsessie op TAZ, liggen nu op tafel. Elke schrijver dook in het leven van één personage. Welke informatie was er voorhanden?
Koen: “We hebben getwijfeld om de auteurs op het moment zelf in de situatie te brengen en te laten improviseren maar uiteindelijk hebben we er toch voor gekozen om hen op voorhand te briefen. Ze kregen elk een dossier met daarin het profiel van hun bemanningslid; de naam, leeftijd, woonplaats, functie op de boot. Ze mochten zelf wat research doen om zich in te leven maar we hebben uitdrukkelijk gevraagd om op voorhand niets te schrijven.
Veel info was er niet voorhanden. De archieven over WO I werden niet goed bijgehouden en de weinige nazaten die we konden opsporen, wilden er niet over praten. Onderwaterarcheoloog Tomas Termote heeft ons geholpen bij het onderzoek. Het materiaal dat we gevonden hebben, is een mengeling van feiten en educated guesses.”
Peter: “We hebben grondig de levensomstandigheden van de jongens in die tijd in kaart gebracht. We weten bijvoorbeeld dat ze vaak hetzelfde beroep uitoefenden als hun vader. Iemand die pakweg een dieselmotor bediende was vaak de zoon van iemand die in een fabriek werkte waar tractoren werden gemaakt. Die jongens werden van het platteland geplukt en in korte tijd klaargestoomd. Wat Tomas Termote ons ook wist te vertellen, is dat er veel kameraadschap geweest moet zijn omdat ze dicht op elkaar leefden in de boot. De gedachte dat ze gestorven zijn, omringd door vrienden, heeft wel iets troostend.”
Hoe gaan jullie nu verder aan de slag met dit materiaal?
Peter: “De puzzel die we hier maken, lijkt op een politie onderzoek. De schrijvers laten hun personage mijmeren. Beschrijven hun emoties van angst, woede, verdriet … Laten hen denken aan thuis. Maar de auteurs fantaseren ook over wat er echt gebeurd zou kunnen zijn gedurende die twee uren. Sien Volders schrijft bijvoorbeeld over vier gasten die een gevecht op leven en dood beginnen. Al deze veronderstelde gebeurtenissen en gedachten proberen we in een scenario te gieten.”
Koen: “We maken verbindingen tussen de personages. Als auteur A zijn personage dit laat doen dan laten we het personage van auteur B daarop reageren. Soms past de puzzel tussen de verschillende teksten en verhalen wonderwel in elkaar. Zo zitten er in een tekst twee jongens die duidelijk iets met elkaar hebben en elkaar op het einde omhelzen. Iets gelijkaardigs lees je dan ook bij een andere auteur. Soms klopt het niet en moeten we het geheel wat forceren. We willen komen tot een partituur waar tekst, spel en muziek in elkaar grijpen. Daarom is deze residentie voor ons zo belangrijk. Voor het eerst kunnen we echt samenwerken. Meestal is het zo dat we elk afgezonderd van elkaar werken, ik aan de tekst en Peter aan de muziek.”
Peter: “Het geheel wordt een spoken-word-opera. Sinds de schrijfsessie op TAZ heb ik al een aantal muzikale ingrediënten verzameld. Die krijgen nu hun plaats in het grotere geheel. Wat we nog aan het uitzoeken zijn, is de taal waarin we het koor laten zingen. Het wordt waarschijnlijk een mengeling van Nederlands en Duits. Ook de auteurs speelden met dat gegeven. De Duitse taal biedt en ander klankenspectrum en ritmiek. Carmen Michels had het idee om het gebed te vervangen door een roepkoor dat ‘De God van Schimmel en Vocht’ scandeert. Het Duitse ‘“Gott von Eiter und Nässe’ klinkt krachtiger dan de Nederlandse versie.”
In een volgende stap, zullen de acteurs Frank Dierens (Laika, Marius, de Roovers …), Jonas Leemans (4Hoog, Groenten uit Balen, Zingaburia … ) en nieuwkomer Egon Schoelynck dertien bemanningsleden belichamen. De zangers van Brussels Experimental vertegenwoordigen de overige negen bemanningsleden die al omgekomen zijn. Vanwaar die keuze?
Koen: “We hebben beslist om er dertien uit te halen en aan het woord te laten. Het is ook niet onwaarschijnlijk dat negen bemanningsleden al eerder gestorven waren. Telkens treedt een personage naar voor dat je meeneemt in een waterval van gedachten, korte zinnen … Het is allemaal heel erg wat er is gebeurd (spoiler alert: alle bemanningsleden gaan dood) maar dat betekent niet dat we er een duister stuk van willen maken. Er zit bijvoorbeeld een scène in waarin iedereen begint te trippen en hallucinaties beleeft. Of absurde situaties waarin, op een heerlijke tekst van Maarten Inghels, een kok loopt te verzinnen welke lekkere gerechten hij nog zal maken.”
Peter: “We willen een universeel verhaal brengen. Het koor bijvoorbeeld, is divers samengesteld en vormt een doorsnee van de samenleving. Zij brengen universele, filosofische gedachten. Ze zingen over vertwijfeling maar evengoed over hoop.”
Tot slot, wat zouden jouw laatste gedachten zijn, mochten je laatste uren aangebroken zijn?
Peter: “Een tijdje geleden heb ik in een gelijkaardige situatie gezeten. Ik lag in mijn huis in een brand en ik dacht: ‘Komaan zeg, zo stom, hoe onnozel is dit nu.’ Het is gelukkig allemaal goed afgelopen. Bij veel schrijvers kwam diezelfde gedachte terug. Een soort van berusting. Eerst sla je in paniek, probeer je eruit te geraken, ga je trippen, hallucineren. Daarna denk je aan je geliefden en ten slotte treedt er iets als berusting op.”
Koen: “Als ik daaraan denk dan probeer ik mezelf steeds te censureren maar als ik heel eerlijk ben dan is dat toch opluchting. Dat klinkt alsof ik levensmoe ben maar dat is niet zo. Ik vind het leven plezant en ik amuseer mij. Maar ik kan me voorstellen dat als je in zo’n situatie zit dat je dan denkt: ‘Oef, ik ben ervan af, van die voortdurende strijd.’ Lotte Lola Vermeer heeft een woordenbrij geschreven over ‘los’: ‘Los van druk; los van schulden, los van …’ Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Waar ik wel schrik van heb, is de verdrinkingsdood. Dat lijkt me een vreselijke manier om te sterven.”
Uit iets gruwelijks als een verdrinkingsdood puren Koes Boesman en Peter Spaepen een beklijvende duikbootopera die graaft naar diepmenselijke emoties. In een decor van kunstenaar Ief Spincemaille word je meegezogen naar de morsige bodem van de zee en beleef je de laatste uren van de bemanning. Een mooi eerbetoon aan al die helden, gestorven in hun zeemansgraf vlakbij Oostende.
Interview: Petra Broeders voor UiT in Oostende, nov. 2018
Foto’s: Kristof Kimpe, foto affichebeeld: Koen Boesman
30.11 – 20:00
UB-29 – première
TG Vagevuur & Brussels Experimental/Koen Boesman & Peter Spaepen
€ 18 – 16 – 8 | Meer info & reserveren.